Per 31-12-2016 is de stand van de reserve en voorzieningen met betrekking tot onderhoud wegen als volgt:

  • Voorziening onderhoud wegen

€ 1.144.038,--

  • Voorziening rehabilitatie licht belaste wegen

€ 925.759,--

  • Reserve rehabilitatie licht belaste wegen

€ 922.317,--

De jaarlijkse storting voor de voorziening onderhoud wegen is bedoeld voor al het (tussentijdse) onderhoud aan alle verharding. De rehabilitaties (vervanging van de verharding aan het einde van de levensduur) van licht belaste wegen worden uit de voorziening en de reserve rehabilitatie licht belaste wegen betaald. Rehabilitaties van hoofdwegen worden opgevoerd via IP’s.

Volgens de meerjarige onderhoudsplanning zou de stand van de voorziening onderhoud wegen aan het einde van 2016 ongeveer € 732.000,-- zijn. De werkelijke stand is hoger. Dit komt vooral doordat een aantal projecten en onderhoudsmaatregelen later worden uitgevoerd dan gepland. Om diverse redenen is de aanpak van de wegen naar achteren geschoven:
Het gaat hierbij om de projecten 'Dorpsstraat' die tijdens de jaarwisseling ongeveer halfweg zijn, en de projecten 'Kerkendijk' (gedeelte binnen de kom), 'Voetpaden Julianapark' en 'Parkeerterrein achter de voormalige Boemelaar' en nog een aantal kleinschaligere projecten. Daarnaast is er minder klein onderhoud uitgevoerd dan voorzien en waren de werkelijke kosten voor het asfaltonderhoud lager dan begroot.

De werkelijke stand van de voorziening rehabilitatie licht belaste wegen is ook hoger dan begroot in de meerjarige onderhoudsplanning (€ 380.000,--). Dit komt doordat het project 'Dorpsstraat' niet volledig in 2016 is uitgevoerd en omdat de projecten 'Wijtenhofstraat' en 'Asfalteren fietspaden Herselseweg-Steemertseweg' zijn doorgeschoven naar 2017. Voor dit laatste project hebben we al wel subsidie mogen ontvangen.

De stand van de reserve rehabilitatie licht belaste wegen is op korte termijn voldoende. Maar doordat veel wegen in Someren in de jaren 60 zijn aangelegd, weten we dat er binnen nu en 10 jaar veel wegen aan het einde van de levensduur zijn en dus aan rehabilitatie toe zijn. Een buffer in deze voorziening en reserve is dan ook noodzakelijk voor een verantwoord wegbeheer. Naast de jaarlijkse storting in de reserve van € 86.000,-- is de extra injectie, die jaarlijks wordt toegepast uit het positieve saldo van de jaarrekening, hard nodig. Voorjaar 2017 wordt een nieuw kostendekkingsplan opgesteld om dit beter inzichtelijk te maken.

Het meerjarenonderhoudsplan wordt elke twee jaar geactualiseerd. Dit plan is gebaseerd op de
landelijk geaccepteerde wegbeheerssystematiek van het CROW (Stichting Centrum voor
Regelgeving en Onderzoek in de grond-, water- en wegenbouw en de verkeerstechniek). De
werkwijze hierbij is als volgt: Gestart wordt met een weginspectie waarbij alle wegvakonderdelen worden beoordeeld op vier schadegroepen: textuur, vlakheid, samenhang en kantstrook. De resultaten van deze inspectie worden ingevoerd in een computerprogramma waarin gedragsmodellen zitten. Op basis van factoren als leeftijd, ondergrond, wegconstructie enz. en de inspectiecijfers stelt het programma onderhoudsverwachtingen vast. De verwachting van de eerste jaren is redelijk betrouwbaar, daarna neemt de betrouwbaarheid af. Bij het vaststellen van het noodzakelijke onderhoud is, anders dan bij andere kapitaalgoederen (gebouwen en riolering), het weer een onzekere factor. Daarom is het noodzakelijk dat het plan elke twee jaar wordt geactualiseerd. Het onderhoud van de eerste jaren wordt buiten getoetst zodat een planning opgesteld kan worden voor de eerste drie jaar. Met het onderhoud voor de eerste twee jaar uit de planning gaan we buiten daadwerkelijk aan de slag.

Eind 2017 worden opnieuw weginspecties uitgevoerd. Op basis van deze weginspecties wordt begin 2018 een nieuwe onderhoudsplanning opgesteld voor 2018-2020. Deze planning gaat dus vooral in op de relatief korte termijn.
Bij het kostendekkingsplan dat in 2017 wordt opgesteld, wordt juist naar de lange termijn gekeken.